‘Het geschreven woord’ is de titel van het laatste hoofdstuk van ‘Het voorbeeld van hun liefde’ dat Dirk van Weelden (1957) dit jaar publiceerde. Het boek begint met een stapel brieven die zijn ouders, Gerrit en Ank, elkaar voor hun huwelijk schreven. Gerrit voer op de grote vaart en werd later opgeroepen voor militaire dienst tijdens de politionele acties in Indië. Ank woonde bij haar ouders en volgde een opleiding voor maatschappelijk werk. Van Weelden is een jaar jonger dan ik. In het boek vergelijkt hij zijn eigen weg naar volwassenheid met die van zijn ouders, nu ja wat hij daarvan uit de brieven en zijn eigen herinneringen kan achterhalen, en doet daarvan verslag aan zijn kinderen Sebas en Chris.
Bij mij op zolder moet een aantal mappen liggen met brieven van een vriendin die na de vierde klas de middelbare school verliet en ging werken met geestelijk gehandicapte kinderen. Toen ik ging studeren verloren we het contact met elkaar. Nu is ze visagiste en reist ze sets af om acteurs op te maken. Eigenlijk kan je zeggen dat ik acteurs help te zijn wie ze moeten zijn. We schreven elkaar elke week. Vijftig jaar later kan ik mij er geen regel meer van herinneren, redenen om mijn geheugen op te frissen zijn er niet.
Iedere brief die je leest, brengt iets dat ver weg is en een tijd geleden werd gedacht en geschreven dichtbij. Alles wat je schrijft verdwijnt de verte in en zal pas later gelezen worden. En iedere lezer is even helemaal alleen met de brief. Vrees ik de eenzaamheid van brieven van vijftig jaar geleden?
Van Weelden groeide op in Rotterdam. Zijn vader was opgeklommen tot een hoge functie in wat men nu Human Resources noemt bij het voedselimperium Koninklijke Scholten Honig. Dirk studeerde filosofie in Groningen in de jaren tachtig toen feminisme en kraakbeweging floreerden en onder haastig gekalkte afbeeldingen van een bom de woorden no future op de muren waren geschreven. Van Weelden hoorde nergens bij en zou schrijver worden. In het laatste jaar van het decennium debuteerde hij met Martin Bril (1959 – 2009) met Arbeidsvitaminen, het ABC van Bril en Van Weelden.
Boeken zijn een dikker soort brieven, schreef Jean Paul (1763 – 1825), maar meer dan boeken nodigen brieven uit tot weerwoord. Wie een brief ontvangt wordt geacht die te beantwoorden. Als Jan Hanlo (1912 – 1969) binnen een week geen antwoord ontving op zijn brief, stuurde hij er bezorgd nog een achteraan. Zei ik bezorgd? De toon van verbolgenheid, de kiem van een brouille, kon de geadresseerde nauwelijks ontgaan.
Ank de Goede en Gerrit van Weelden schreven elkaar drie jaar lang drie brieven per week. Wat in brieven staat is geen vrijblijvende kletspraat, het heeft werkelijke gevolgen. Dat is de kracht van het geschreven woord: intimiteit op afstand. Wat voor het schrijven geldt, geldt ook voor het lezen: om de grenzeloze denkbeeldige ruimte binnen te gaan die zich achter het hekwerk van de gedrukte regels opent, moet je je afsluiten voor je directe omgeving. Naar anderen luister je niet meer. Zolang je leest komt er geen zinnig woord over je lippen.
Kom daar nog eens om in tijden van e-mail, snapchat, tik-tok en apps, of loopt het proza van Van Weelden over van weemoed en nostalgie? Ik hoop van niet. Ik meen dat wederkerigheid, intimiteit en grenzeloosheid ingrediënten zijn voor een betere wereld.
Al bestaan er natuurlijk ook aanmaningen, exploten, aanslagen, dagvaardingen, dwangbevelen en dreigbrieven.