Vanuit Amsterdam berichtte oud-Volkskrant correspondent voor Zuidoost Azië Michel Maas (1954) dinsdag over de executie van vier tegenstanders van het militaire gezag in Myanmar. Kyaw Min Yu en Phyo Zea Thaw zijn opgehangen omdat ze de Antiterrorismewet zouden hebben overtreden, Hla Myo Aung en Aung Yhura Zaw omdat ze verantwoordelijk werden gehouden voor de moord op een informant van de militairen. Amnesty noemt het ‘een wanhoopsdaad van een bewind dat ook niet meer weet hoe het de bevolking anders nog tot zwijgen moet dwingen’. Volgens Maas is het land terug bij af: een paria van de wereld, net als toen generaal Ne Win in 1962 de grondwet buiten werking stelde en alle macht aan het leger trok, net als in 1990 toen de overwinning van de partij van Aung San Suu Kyi resulteerde in huisarrest voor de partijleidster in plaats van een meerderheid in de volksvertegenwoordiging, zoals ook de verkiezingen van november 2020 leidden tot een militaire coup op 1 februari 2021.
Myanmar, dat is Burmese Days van George Orwell (1903 – 1950), Mandalay, het gedicht van Rudyard Kipling (1865 – 1936) uit 1890, of nee, de Mandalay Song van Kurt Weill (1900 – 1950), Bertolt Brecht (1898 – 1956) en Elisabeth Hauptmann (1897 – 1973) uit de komedie Happy End uit 1929: Menschen sind das Schönste auf der Welt / Denn die sind zum Teufel wert ihr Gelt, over een hoerenkast aan de rand van de jungle, of toch de instrumentele versie van het Willem Breuker Kollektief (1974 – 2013) die later opdook in ster-reclameblokken, was het niet om kattenvoer te verkopen? Ramsey Nasr (1974) was er in 2009 voor een reportage die door Canvas is uitgezonden. Hij noteerde in zijn reisdagboek: Birmezen dragen hun leven met een sereniteit en een opgewektheid die mij stom slaat. In een graatmagere werkelijkheid die niet mag worden benoemd, nemen zij getallen tot zich, houden ze de geesten te vriend en worden ze geholpen door de kruiden langs de weg.
Wij waren er in 1998. In Hsipaw bezoeken we het paleisje van de prins van de Shan, dat sinds de prins is gearresteerd, wordt beheerd door zijn neef Sao Oo Kye en zijn vrouw Sao Sarm Hpong, mr. Donald en mrs. Fern voor toeristen. Ze hebben er een knus oppositiebolwerk van gemaakt. De Engelse villa hangt vol foto’s van de prins en zijn familie, overal liggen geschenken die uit solidariteit zijn achtergelaten; John Grisham-pockets en een exemplaar van Achter de façade, het kritische reisboek van Minka Nijhuis, Jan Donkers en Jan Banning met een voorwoord van Aung San Suu Kyi.
Tegen de schoorsteenmantel staan twee grote tractorbanden en ook de rest van het paleis is bezaaid met tractoronderdelen. Kort na de arrestatie van de prins is zijn tractor geconfisqueerd. Na veel moeite is mr. Donald erin geslaagd het voertuig terug te krijgen. Het ding was total loss; Dit doen ze niet alleen met machines, dit doen ze ook met mensen. Het herstel van de trekker gaat het bedrijfseconomisch belang verre te boven. Het is een zaak van nationaal belang.
Dat nationale belang kan op zijn beurt niet zonder vijand. De koloniale overheerser, de Japanse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, de militaire coupplegers; jaag ze weg en het land verbrokkelt langs etnische lijnen. Ewig nicht, steht der Mond über Dir, Mandalay.
Intussen staat vast dat de tractor als middel van verzet in Myanmar is uitgevonden.