Negentien mei twitterde Lieke Marsman – dichter (op goede dagen des vaderlands) – ‘iemand hier op twitter noemde Hugo de Jonge ooit “een lachend bord pap” en ik stel voor dat we dat voortaan allemaal doen’. De reacties bleven niet uit. Marc Janssens – hoofdredacteur van christendemocratische verkenningen en docent klassieke talen – was de eerste: ‘Mijn hoop was altijd dat een dichter tenminste nog de fijngevoeligheid van het woord en enige bezonnenheid had. Maar blijkbaar nemen deze nu ook al hun toevlucht tot de eerste de beste platitude op sociale media.’. Dineke Heil – moeder, oma – volgde met: ‘Kritisch zijn is oké maar anderen oproepen tot pesten??’. Marsman reageert met een draadje van vijf tweets dat begint met een retorische vraag ‘Weet je wat pesten is?’ en eindigt met ‘Maar prima, zeg ik het de volgende keer weer in een sonnet.’.
Het geval laat haar niet los en ze denkt er verder over na in een blog op haar website www.liekemarsman.nl . Mensen merken soms op dat ik de afgelopen jaren uitgesprokener ben, bozer lijk, zowel op social media als in mijn werk, om daar aan toe te voegen dat dat misschien komt doordat het feit dat ik al drie jaar kanker heb een bepaalde vechtlust heeft aangewakkerd., schrijft ze en dan wijst ze erop dat wat haar betreft mildheid en woede heel goed naast elkaar kunnen bestaan, sterker nog, de een schept ruimte voor de ander. Hoe scherper mijn woede brandt, hoe warmer de rest van mij is. Maar ze benadrukt ook dat haar woede niet alleen dient om zichzelf op te warmen: Een van de redenen dat ik er juist als dichter des vaderlands voor kies om zo nu en dan onfatsoenlijk te zijn, is dat ik hoop dat het enige ruimte schept voor alle kunstenaars die momenteel met moeite het hoofd boven water weten te houden. Ze besluit haar bijdrage met een oproep aan haar collega kunstenaars (man én vrouw én non-binair): bijt de hand die je voedt, bijt en bijt — net zolang totdat je beter te vreten krijgt.
Het is niet voor het eerst dat Marsman vaststelt dat maatschappijkritiek voor haar een overlevingsstrategie is. 21 maart 2018 krijgt ze de mededeling dat de pijn in haar schouder wordt veroorzaakt door een kwaadaardige tumor van 8x9x10 centimeter in haar bovenrug. Ze beschrijft de periode van onderzoeken en de eerste operatie in een klein boekje dat onder de titel De volgende scan duurt vijf minuten nog hetzelfde jaar verschijnt. Er zijn een paar redenen waarom de gedichten in dit boekje over kanker en politiek gaan, en niet alleen over kanker. Allereerst had ik over politiek schrijven nodig om niet volledig door de kanker opgeslokt te worden. (…) Nog een reden: naarmate je plek in je eigen leven ten opzichte van je geboorte en dood duidelijker wordt, wordt ook je plek ten opzichte van de maatschappij om je heen duidelijker. Het contrast tussen het regeringsbesluit om Shell en Unilever jaarlijks 1,4 miljard euro dividendbelasting kwijt te schelden op grond van een zoekgeraakt memo en de systematische bezuinigingen in de gezondheidszorg begint dan dichter op de huid te schrijnen.
Er is niet veel pap in de Nederlandse letteren. Johnny van Doorn (1944 – 1991) schreef een libretto met de titel Oorlog en pap. Er is sprake van bibelebonse pap in een kinderversje dat verhaalt hoe die met een bibelebonse lepel wordt gegeten uit een bibelebonse nap. Lieke Marsman heeft het in het gedicht Universele esthetiek uit haar pas verschenen bundel In mijn mand over de ongefundeerde zelfverzekerdheid van regeringsleiders aan het begin van een mislukte termijn die ze omschrijft als Dun melkvel van arrogantie op een pap met klonten.
Zodat ik verlangend uitzie naar hoe Marsman het pap-motief uitlepelt in het aangekondigde sonnet.