Niet schieten

In 1928 was er een einde gekomen aan het avontuur met de Roode Auto . Dat kwam door verschillen van mening over de bedrijfsvoering die ontaardden in geruzie over politieke kwesties en moddergooien over en weer. Maar geld zal toch wel de doorslaggevende factor zijn geweest; alleen al tussen 1926 en 1927 stegen de tekorten van  2.227 naar 10.358 gulden. Last stort zich op zijn schrijverscarrière, is lid van Henk Sneevliets Revolutionair Socialistische Partij tot hij wordt geroyeerd, maakt reizen naar Noorwegen en de Sovjet-Unie, ontmoet André Gide, zoekt zijn heil bij de Communistische Partij Holland, is betrokken bij de oprichting van het arbeiders/schrijverscollectief Links Richten en als in Duitsland Hitler aan de macht komt regelt hij veilige opvang voor tegenstanders van het nazi-regime.

In het late najaar van 1936 geeft hij leiding aan een regiment milicianos aan het Frente de l’estacion de Goya, Madrid. Als zijn manschappen hem vragen waarom hij naar Spanje is gekomen, vouwt hij de kaart open en laat hen zien dat Frankrijk aan alle kanten omsingeld is, als de fascisten het in Spanje winnen. ‘Met Spanje als steunpunt kan Duitsland Engeland van zijn koloniën afsnijden. Dat is het ogenblik waarop de wereldoorlog wel uit moet barsten onder de gunstigst mogelijke voorwaarden voor het fascisme. Daarom verdedigen wij hier niet alleen Spanje, maar de democratie en zelfs de grenzen van de Sovjet-Unie. De mannen verzuchten: Qué Lucha!.

Last schopt het in de Spaanse Burgeroorlog tot tweede luitenant, ja tot kapitein, maar eerst moest hij van een troep ongeletterde pacifisten een modern legeronderdeel maken. Hij bracht hun discipline bij, onderrichtte hen over bevelstructuren, leerde hun schieten en dat mikken minder goed lukt na een tweede glas wijn en terwijl hij zijn kameraden wegwijs maakte in het a.b.c. en de kunst van het lezen en schrijven, praatten zij hem bij in het Spaans. Het enige dat hij hun niet hoefde te leren was zingen.

Het was de gewoonte dat ’s avonds, in de rustige perioden tussen offensief en contra-offensief, zowel onze soldaten als die van de vijand in de loopgraven zongen. Men riep dan: ‘No tirais! Vamos a cantar (Niet schieten, we gaan nu zingen), en als bij afspraak staakten beide partijen dan het vuren.

In brieven van Last aan zijn vrouw, die later In De Spaanse tragedie zijn gebundeld is Het lied van kapitein Last opgenomen, dat begint met de regels: En de Hollanders vragen / waar is toch onze Jef Last en eindigt met hij is bezig de oorlog te winnen / aan het front van Las Rosas / waar ze hem kapitein gemaakt hebben.

De mannen zongen onderweg naar het front en als ze terugkwamen in wat er over was van Madrid. De rokende puinhopen van de nationale bibliotheek, van het hospitaal Don Carlos, van de eenvoudige arbeidershuizen. Naast mij in de rij zongen de kameraden: ‘Los esclavos el triumf alcantaran!’.

Last zag hoe Gato, een straatschoffie uit zijn gelederen, wegdroomt bij gezang dat hij hoort vanuit de vijandelijke linies terwijl hij fluistert: dat moet een jongen uit onze streek zijn. Hij zingt de liederen van Granada!. De volgende dag beval kapitein Last onmiddellijk te schieten als er aan de overkant werd gezongen. Vechten wordt onmogelijk wanneer de manschappen zich te zeer bewust worden, dat aan de andere kant niet slechts vijanden staan, maar mensen.

Dit bericht is geplaatst in tussen tuin en wereld met de tags . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *