Droog was Andalusië al voor de klimaatverandering. Het maakte duizend jaar geleden de Moren meesters in waterbeheer. Het Alhambra in Granada getuigt tot op de dag van vandaag van hun vermogen te woekeren met het smeltwater van de Sierra Nevada en de schaarse neerslag. Een infrastructuur van ondergrondse reservoirs (aljibes) en irrigatiekanalen (acequias) faciliteerde niet alleen de voedselvoorziening, maar voorzag ook in klaterende waterlopen in de paleistuinen en patio’s met tinkelende fonteinen. De Moorse constructies hebben de eeuwen niet overleefd. Verval, verwaarlozing, modernisering, zeg het maar.
Sinds 2014 woont Stefan Brijs (1969) nabij Malaga in Zuid Spanje. Een gehuchtje van enkele huizen, omringd door jonge en oude olijfgaarden en een lappendeken van velden, met verspreid over de heuvels oude boerderijen en alleenstaande woningen, waarvan er eentje de mijne is. Een woning en een schrijfhuisje, een nestkast met torenvalken hoog tegen de elektriciteitsmast, onder de goten tegen de muur verscheidene nesten van boerenzwaluwen en in de oude olijf een koppel tortelduiven. Sinds 2017 doet Brijs verslag van zijn belevenissen. Onlangs verscheen Het geduld van de bloemen dat ons meeneemt door de seizoenen van vorig jaar.
De oprukkende woestijn tooit zich in maart in oranjerode luchten die de calima aankondigen: regen met grote hoeveelheden Saharastof die een laag modder over de huizen, de straten en de auto’s legt waar de hogedrukspuit aan te pas moet komen. Vogels die meetrekken met de Zuidelijke wind worden gezandstraald, zien zich genoodzaakt de luchtstroom te verlaten en terug te keren of overleven het niet. Dan duurt het tot april of zelfs mei voor de zwaluwen zich melden. De voorjaarsbuien zijn dan voorbij, nergens modder om het nest te herstellen. Toen ik na hun vertrek het kunstnest weghaalde trof ik er een dood jong in aan. Dat gebeurde nooit eerder.
Ik moet het over de droogte hebben. schrijft Brijs. Het stuwmeer bevat nog maar zeven procent van zijn capaciteit, het afgelopen jaar viel er nog geen tweehonderd millimeter neerslag in Malaga en was het verboden om de auto te wassen of de tuin te sproeien; in Benamargosa, op enkele kilometers van hier, gaat de kraan zelfs dicht van acht uur ’s avonds tot tien uur ’s morgens. Het waterquotum voor de boeren verminderde met een kwart. De landbouwers kapten hun avocadobomen – voor een kilo avocado’s is zes- à zevenhonderd liter water nodig – probeerden pistachenoten, die ook niet tegen de droogte bestand bleken. Drakenvruchten dan, een cactussoort immers, maar die moeten bevrucht worden door vleermuizen en nachtvlinders die alleen in Zuid-Amerika fladderen en zijn bovendien gevoelig voor volle zon en koude, harde wind. De boeren vestigen hun hoop op ontzilting van het water uit de brakke lagunes. Maar die techniek maakt geen eind aan de grootschalige verspilling van water, is enorm duur, vervuilend en vreet energie.
En terwijl in Brussel de Europese natuurherstelwet met de kleinst mogelijke meerderheid wordt aangenomen, en in de Verenigde Staten de republikeinse kandidaat voor de presidentsverkiezingen belooft onmiddellijk de klimaatakkoorden van Parijs op te zeggen, nadert de watertemperatuur in de Middellandse zee de dertig graden. Bruinwier Rugulopteryx okamurae overspoelt de zuidelijke stranden en verstikt het leven in zee. Bulldozers en vrachtwagens moeten eraan te pas komen om alles af te voeren.
In de herfst begint het na vijf droge maanden te regenen. Een onweer zoals ik niet eerder meemaakte. 175 millimeter in veertien uur tijd. Modderstromen sleuren auto’s mee, huizen lopen onder. In de regio Valencia vallen meer dan tweehonderd doden.
Enfin, die beelden kennen we.