Geen pech

Afgelopen november verscheen ‘De gedichtenapotheek: Poëzie op recept voor het hoofd en het hart’. Bij het televisieprogramma Buitenhof mocht de samensteller Philip Huff (1984) erover vertellen en enkele gedichten lezen. Inmiddels behoort de bundel al zeven weken tot de zestig best verkopende boeken. Geen wonder, Huff weet waar hij het over heeft. Hem is het nodige helend geweld aangedaan om hartritmestoornissen het hoofd te bieden. In de Groene Amsterdammer van 20 februari maakt hij zich met een lang essay op voor een vijfde ziekenhuisopname.

Flutteren, fibrilleren, overslaan, misselijkheid, druk op de borst, angst, zweten, nee, dan een kikkerhart zoals beschreven door Henri Michaux (1899 – 1984): in een glazen buis met aangepaste vloeistof ingebracht, hoe het dan blijft kloppen, dagen achtereen en nog langer.  Indrukwekkender dan in de oorspronkelijke borst, waaruit het werd verwijderd. Huff schrijft over het zijne als een oud, trouw trekpaard dat een heel pathetisch verleden meetrekt.

Ik heb een bouwfout in mijn hart – drie longaderen in plaats van twee – die ritmestoornissen veroorzaakt, maar daarmee is de kous niet af. Huff groeide op in een onveilig gezin. Slaande ruzies, geldzorgen, teleurstelling, woede en ook de kinderen kregen klappen, zijn laatste boek Wat je van bloed weet gaat daarover. In de Groene schrijft Huff: Er is overweldigend bewijs voor de correlatie tussen chronische stress en toxisch trauma in de kindertijd en hart- en vaatziekten op latere leeftijd. Hoe die correlatie precies werkt weten we dan weer niet. Je bent jong, klein, in de groei, in ontwikkeling en kwetsbaar. Je wordt buiten je eigen keuze om, blootgesteld aan emotioneel en fysiek geweld. Wat denk je, dat dat geen sporen achterlaat? Nee, dat denk ik niet, maar hoe dan? Het is geen pech, voor mij niet, dat ik hartritmestoornissen heb. Het is het gevolg van mijn jeugd. Geen onvermijdelijk gevolg, maar wel een verhoogd-risico-gevolg.

Huff is schrijver genoeg om hoop te putten uit de kracht van fictie en verbeelding. Maar, schrijft hij, de spoeling is dun en de boeken krijgen niet genoeg aandacht. Er bestaan weinig contemporaine romans van jonge schrijvers over ziek zijn. Huff noemt Welkom in het rijk der zieken van Hanna Bervoets, Condities  van Thomas Heerma van Voss en De Mierenkaravaan van Mariken Heitman. Bijna al die romans zijn minder goed besproken dan andere werken van deze auteurs.

Nu doet Huff de boekenoogst van de laatste maanden toch te kort. Lize Spit publiceerde de Autobiografie van mijn lichaam, dat een warm onthaal kreeg, net als Op een andere planeet kunnen ze me redden  van Lieke Marsman, deze week nummer twee in de lijst van zestig best verkopende boeken. In Autopsie van Jilt Jorritsma zorgen erfelijke stofwisselingsproblemen voor een verrassende wending, de zieke longen van Salomé Abergel zijn, nadrukkelijk aan de orde in de bejubelde roman Oroppa van Safae el Khannoussi en Eva Meijer schreef Variaties op aanwezigheid over long covid.  

Er is nood aan literaire perspectieven op ziekte en geneeskunde, in dit land der chronisch zieken, aldus Huff. Dat vinden medici ook. Sinds 31 december 2023 bestaat het Nederlands Tijdschrift voor literatuur en geneeskunde dat vier keer per jaar on line en vrij toegankelijk verschijnt. Hartziekten zullen aan de orde komen in het eerste nummer van 2026. Essays kunnen gaan over bijvoorbeeld het moeten leven met hartklachten, de ervaring van een hartaanval, een plotselinge dood na een hartaanval, maar ook kan hartzeer als metafoor aan de orde komen – het gebroken hart, aldus de redactie. Voorstellen voor bijdragen zijn welkom op redactie@litmed.nl

Aan het werk.

Dit bericht is geplaatst in lijf en leden met de tags , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *