Buiten schot

‘Techniek is beheerst geweld’, schrijft Cornelis Verhoeven (1928 – 2001) in zijn in 1991 verschenen opstel ‘IJzer en vuur’. Maar wat als het product van techniek een wapen is? Meer in het bijzonder een antieke Police Colt .38 subnosed met het serienummer 1444-667-8888…3277-99177…2215-567-4, zoals in de novelle ‘Het licht aan het einde van de loop’ van Martin Michael Driessen (1954)? En wat als we de wederwaardigheden van dit schiettuig rechtstreeks kunnen vernemen van de bijbehorende ammunitie, afkomstig uit de Mansfield Factory of een Winchester uit Illinois – daar wil ik vanaf zijn?

Dat het hier om hoogwaardige techniek gaat, wordt ons duidelijk als de kogel beschrijft wat het is om voor het eerst in het magazijn te glijden. Het voelt als thuiskomen. En dan te bedenken dat een Colt zes van deze geboortekanalen telt, volkomen identiek. Ik bevind me in een wonderwerk van menselijk vernuft, in een roterende tempel. Eenmaal thuis, is er het dubbele verlangen van te blijven en van de sensatie afgevuurd te worden; het moment dat de hamer mijn slaghoedje raakt.

Dit projectiel kent zichzelf goed genoeg om te weten dat het wapen alles is, de kogel niets. Dat het wapen, op zijn beurt, afhankelijk is van iemand die het ter hand neemt, ja zelfs dat de wereld beter af was zonder hen, maar in een volmaakte wereld zouden er misschien ook geen artsen en vertalers zijn.

Verhoeven formuleerde in 1973 vijfentwintig stellingen over geweld om het begrip los te weken uit de doel-middelketen waar het in was geklonken, om woorden te vinden voor het appel dat het doet op ons denken en om de mogelijkheid van de techniek als panacee tegen geweld te verkennen. De vijfde stelling luidt: Een middel wordt hierdoor gekenmerkt dat vóór het gebruik daarvan voorspelbaar is wat de uitwerking daarvan zal zijn. Gebruik van middelen veronderstelt een beheersing van de situatie. Van geweld is alleen achteraf te zeggen wat de uitwerking ervan is. Het is niet te programmeren en het is dus geen middel. Stelling achttien: Een geweer is een instrument om buiten schot te blijven, en stelling negentien: De techniek eindigt op het moment waarop het geweld begint.

Het spreekt dat de kogel die onze zegspersoon is, nog niet is afgeschoten, al was hij er een keer dichtbij. Het is een gruwelijke maar tevens verheffende ervaring. Geen tijd om over de eindigheid der dingen na te denken, want wijzelf zijn dat einde. En als het er dan toch eens van komt, dan graag voor een verdedigbaar doel. Ook een kogel heeft zijn moraal. Onder waarde afgevuurd te worden – vanuit een primitief sentiment, uit racistische haat, of in het kader van een stompzinnige criminele afrekening – is wel het laatste dat je als kogel wenst. Zes januari 2021 op Capitol Hill was hij niet van de partij en ook de dodelijke ontmoeting met de zesentwintigjarige Nederlandse commando Simmie Poetsema in Indianapolis afgelopen week liet hij aan zich voorbij gaan.

Het draait uit op Russisch roulette. Een man, een wapen en een kogel. Ik bevind me in vijfde positie, met andere woorden in een van de kamers die zich aan weerszijden van de loop bevinden, met vrij uitzicht op een gebruinde huid met grote poriën en blond haar dat beweegt in de wind. Niet langer is een geweer een instrument om buiten schot te blijven. Waar en wanneer eindigt hier techniek en begint geweld? Een dodelijk schot en een droge klik zijn allebei voorspelde uitwerkingen in het spel.

Van geweld is vooralsnog geen sprake.

Dit bericht is geplaatst in lijf en leden met de tags , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *