Waar heeft een tekst vogels voor nodig? Je ziet ze niet en je hoort ze niet. Hun namen komen onaangekondigd. Je denkt, een bonte vliegenvanger, die moet ik onthouden, of de reiger bij de sloot herinnert je aan alle andere blauwe reigers die je ooit zag bij de sloot. Of in de bomen bij Frankendael langs de Middenweg, of in de buurt van de viskramen als de markt is afgelopen. ‘Geen reiger meer die uit zichzelf nog witvis vangt’, dichtte Robert Eksteen (1956).
We waren te gast bij Zingen in de Hallen. Iedere eerste zondag van de maand van 14.00-15.00 uur een vocaal feestje. volgens de website. Het Linnaeuskoor gaf een voorproefje van het aanstaande programma Van Heine en verre. Auf ihrem Grab is een tekst van Heine (1797 – 1856) uit 1829 die door Mendelssohn (1809 – 1847) op muziek is gezet. Er staat een linde op het graf van een dierbare en daarin zingen de vogels, terwijl onder de boom de molenaarsknecht zich verpoost met zijn lief. Tot zover het eerste couplet. In het tweede krijgt het lieflijke tafereel iets onheilspellends. De vogels zingen nu zoet en treurig en het liefdespaar moet zomaar huilen. Heine had de vogels nodig om de stemmingsomslag op de dodenakker te bewerkstelligen.
Peter Winnen (1957) komt in zijn column van afgelopen dinsdag te spreken over Wilco Kelderman, die hij de koning van de come-back noemt, omdat deze renner altijd aan het terugkomen is na een schuiver die hem recent is overkomen. Dat is nog dramatischer als u weet dat Kelderman een klasbak is, een zanger die hogere noten aankan dan Tom Dumoulin, durft Winnen te beweren, om er aan toe te voegen: Ik ken geen renner die zo zuiver kan treuren als Wilco Kelderman. Wanneer Wilco iets zegt in de micro zwijgen de vogels uit louter erbarmen.
Vogels in het peloton. We kennen de Adelaar van Toledo, zoals de bijnaam van Federico Bahamontes luidde. De fans van Robert Gesink tooiden hun idool van de weeromstuit met de eretitel de Condor van Varseveld en in de Vuelta die deze weken over het Iberisch schiereiland toert, vinden we ook vogels als de Kiwi, met wie de Nieuw Zeelandse Patrick Bevin wordt bedoeld en de Mus (of spreeuw) van Cazona, achter welke titel de huidige aanvoerder van het bergklassement, Angel Madrazo Ruiz, schuilgaat. Fans en wielercommentatoren doen een beroep op de gevederde vrienden om in enkele woorden de klasse van de renner, zijn herkomst en hun vertrouwdheid met het idool te vangen. Maar de vogels die zwijgen tijdens het interview met Wilco Kelderman, komen rechtstreeks van het kerkhof van Heine gevlogen.
Guido Gezelle (1830 – 1899) had gierzwaluwen (Cypselus Apus) nodig om de vreugde van de zomer te verklanken. “Zie, zie, zie, / zie ! zie ! zie ! / zie !! zie !! zie !! / zie !!!”. Bert Schierbeek (1918 – 1996) luistert naar Marcel Baillon (net van zijn tractor gestapt) die zegt: soms tik jij tegen de wereld / meestal tikt ie tegen jou / een vogel levert weerwerk / tikt en vliegt weg en je moet wel gauw komen / kersen plukken anders / vreten ze ze allemaal op
Ergens in het verborgene gaf een geelgors een lijzige parodie ten beste van de eerste maten van Beethovens Vijfde, aldus Koos van Zomeren (1946). Dit jaar hebben de halsbandparkieten alle appels aangepikt. Ik heb er niet een kunnen oogsten.
Aan het eerste tafeltje bij de deur steekt een mij nog onbekend meisje haar vinger op en vraagt: Wat is eigenlijk literatuur?