Aan het eind van het vierde uur klinkt de stem van een van de medewerksters van de administratie via de intercom. Of de leerlingen van vijf en zes atheneum in het lokaal willen blijven zitten als straks de bel is gegaan. Daar hebben wij van vijf havo geen boodschap aan. De aandacht voor wat er op de schermpjes van de mobiele telefoons gebeurt, verslapt minder dan een ogenblik. Een deel is er door de mededeling aan herinnerd dat de les bijna is afgelopen en begint de tas in te pakken om alvast positie in te nemen bij de deur van het lokaal.
Na de bel, als de klassen zijn leeggestroomd en het leshuis weer leeg is, blijft er een groepje over dat bij de deur in overleg is met de collega aardrijkskunde. Dat er drie leerlingen van het atheneum positief zijn getest, dat zij waarschijnlijk al besmettelijk waren tijdens de afgelopen schoolexamenweek. Wie het zijn, dat mag en wil de collega niet zeggen – de algemene verordening gegevensbescherming en zo – maar voor nu is het beter dat alle leerlingen van vijf en zes atheneum tien dagen in quarantaine gaan. Als je klachten krijgt, kun je een test aanvragen, adviseert de aardrijkskundige, die eraan toevoegt dat hij zal proberen over een half uur online te zijn via Teams. Hopelijk is iedereen eind volgende week dan weer in goeden doen op school.
We begonnen het schooljaar met de geruststellende vaststelling van de overheid en de deskundigen dat kinderen onder de achttien jaar nauwelijks besmetting met het covid-19virus opliepen en zo goed als niet besmettelijk waren. Een week of tien later verschijnen er grafieken (bron: datagraver) waaruit blijkt dat van alle vijf- tot negentienjarigen die de afgelopen tijd zijn getest, ruim twintig procent een positieve uitslag kreeg. Voor alle overige testen is dat percentage minder dan vijftien.
Dat onze besturen en vertegenwoordigers het inmiddels ook niet meer weten, bleek deze week. De VO-raad en de vakbonden stuurden een open brief aan iedereen die in het voortgezet onderwijs leert of werkt. Aanleiding was het persmoment van de premier en de minister van volksgezondheid van 27 oktober. De redacteur van dienst put uit een arsenaal van oud nieuws en verschanst zich achter een verdedigingswal van hautain paternalisme: We zitten inmiddels in de tweede golf. Een fors aantal leerlingen en personeelsleden is dagelijks op school afwezig. De zorgen bij leerlingen, ouders en onderwijspersoneel nemen daardoor toe. Zorgen over de veiligheid en gezondheid, over de werkdruk en over de onderwijskwaliteit, om er maar een aantal te noemen. Die zorgen zijn natuurlijk terecht.
Dat roept de vraag op wat de raden en bonden daaraan gaan doen. Minder mensen op school? Lessen in leegstaande theaters, bioscopen en concertzalen? Nationale schooltelevisie? Onderwijsvouchers voor alle leerlingen en studenten die in tijden van pandemie geen waar voor hun geld krijgen? Gelukkig laat het antwoord niet lang op zich wachten: Wij, als onderwijsorganisaties, houden continu de vinger aan de pols en vragen hier aandacht voor bij het kabinet. In het belang van iedereen die op school leert en werkt.
Een zucht van verlichting woei door het onderwijsveld.
Opnieuw kraakt de box van de intercom in het lokaal. Een van onze schoolleiders laat weten dat vanaf morgen elke leerling die geen gezichtsmasker draagt zonder pardon naar huis zal worden gestuurd.
De minister van onderwijs hoopt over een dag of zeven zijn werkzaamheden te hervatten. Hij is voorlopig in quarantaine.