Matje

Het was niet direct nadat ik de middelbare school had verlaten, maar kort na mijn afstuderen dat die terugkomende dromen begonnen waarin ik, de wanhoop nabij, doolde door een plotseling onherkenbaar schoolgebouw, op zoek naar het lokaal waar ik werd verwacht en dat ik voor ik zwetend wakker werd, niet zou vinden. Vreemd genoeg kwam er een einde aan dat nachtelijk dwalen toen ik, vijfenveertig jaar oud, leraar werd. Nu ik al twee jaar ben gestopt met werken, stuit ik op de regel: ‘Je kunt de leraar wel uit school halen, maar de school niet uit de leraar’. Zou het werkelijk? Ik houd er rekening mee dat de dromen  terugkomen. Alsof dromen zich daaraan iets gelegen laten liggen.

De regel vloeide uit de pen van Mol. Hij is ongeveer drieëndertig jaar, heeft geen piercings, geen strafblad en slechts één tattoo die zich makkelijk laat verbergen. Met zijn leerlingen behandelt hij teksten van Mark Twain. In opdracht van Nora schrijft hij een witboek over de dingen die ze doen; hij kan haar niets weigeren. Dingen doen betekende voor ons meestal dingen in de fik steken. Nora en Mol zijn twee van de personages in de pas verschenen roman De instructies van Carolina Trujillo (1970).

Je zou zeggen dat Mol geknipt is voor de opdracht. Instructies geven is core business van een leraar, maar Mol denkt daar anders over en ook Nora heeft haar twijfels. Voorbij een leeftijd van dertig jaar hoor je in mijn wereld in een bureaustoel te zitten in de buurt van een boekenkast, niet in een carnavalspak aan de gevel te hangen van een pand dat als het goed is in brand staat, tekent Mol op. Dat hij dingen deed met Nora en de anderen om een einde te maken aan het doden van dieren, bracht hem geregeld in moeilijkheden. In mijn beginnersenthousiasme liet ik de hoogste klassen over het onderwerp debatteren. Een half dozijn kinderen werd veganist en ik moest op het matje bij de directeur.

Nora leest op afstand mee en volgt de vorderingen van het witboek. Dat Mol er van alles en nog wat bijhaalt, bevalt haar niet. Voor een slachthuisbrand zijn echt niet meer dan tien kantjes nodig. Hoeveel had ik er nu? Ze had een drie met zeven nullen geschreven. Dertig miljoen kantjes. Gelukkig is Mol snel van begrip. Als Nora in de kantlijn schrijft dat hij de grote lijn in de gaten moet houden, schrijft Mol: Daarmee bedoelt ze de lijn van een eind maken aan de veehouderij door haar financieel zo te laten lijden dat het niet meer loont om dieren uit te buiten. Klaar. Grote lijn. Overzichtelijk en beknopt. Het boek van Carolina Trujillo telt 376 pagina’s.

En hoewel Mol zich voortdurend zorgen maakt over zijn verklaring omtrent het gedrag die nodig is om in het onderwijs te mogen werken en ervan baalt als hij de toetsen niet op tijd heeft nagekeken, is hij Nora dankbaar. Op goede dagen weet ik dat ik dankzij haar iets meer in de buurt kwam van de man die ik wilde zijn.

Dan hebben we het over goede dagen.

Dit bericht is geplaatst in bij de les met de tags . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *