Makelaarstaal

Wat als we op een dag de bons krijgen van de teksten die we uit het toetsenbord kloppen? Dat ze ons duidelijk maken dat ze het voortaan zelf wel kunnen, nu ja met de nodige digitale rekenkracht en de goede algoritmes. Dat ze ons niet nodig hebben om de woorden correct te spellen, de zinnen grammaticaal te formuleren en om van het geheel een begrijpelijk en aanvaardbaar verhaal te maken. Dat ze het liever stellen zonder de bemoeienissen van een auteur en zich liever ontplooien los van belang of verantwoordelijkheid, onbaatzuchtig, onverschillig, in alle vrijheid. Dat er gewoon staat wat er staat.

Het kan met ChatGPT, een gratis computerprogramma, dat opstellen, toespraken en andere teksten vervaardigt. Laura Borghols, docent Nederlands te Leidschendam, kreeg argwaan bij de wel erg wollige formuleringen in het leesverslag van Het Diner van Herman Koch van een van haar leerlingen van vier havo. Makelaarstaal noemde ze het, maar ze moest van haar eigen kinderen horen dat ze te maken had met een product van kunstmatige intelligentie. Je moet de tekst wel aanpassen en er wat foutjes in maken, anders valt het te veel op, was het gratis advies dat ze voor de leerlingen van hun moeder hadden. Borghols besloot de volgende schrijfopdracht maar weer ouderwets met pen op papier te doen.

Journalist en collega-neerlandicus Elma Drayer maakte kennis met het schrijfprogramma tijdens een kersttoespraak. De originele en intelligente verwijzingen naar filosofen als Aristoteles en Immanuel Kant hadden de feestredenaar niet meer dan een paar seconden gekost. Drayer realiseerde zich dat de zelfgenoegzaamheid van tekstschrijvers en columnisten die dachten dat hun arbeid nooit door een computer zou kunnen worden verricht, zijn langste tijd heeft gehad. De speech markeerde het afscheid van de auteur.

De toespraak die Walter Benjamin (1892 – 1940) op 27 april 1934 hield in het Instituut voor de studie van het Fascisme te Parijs, had hij zelf geschreven. Onderwerp was de vraag hoe literatuur zich kon verbinden met de strijd tegen het opkomende fascisme, of, anders gezegd, hoe zij kon voorkomen te worden ingepalmd door de fascistische mediamaffia. Benjamin heeft het over tendens, de politieke keuze die gemaakt wordt in en met de tekst, en kwaliteit, de literaire waarde ervan. Ik wil u laten zien, dat de tendens van een literair werk pas politiek juist kan zijn, als ze ook literair juist is.

Hij hield zijn gehoor voor dat dit alleen kan als de auteur zichzelf niet ziet als autonoom individu en onafhankelijke oorsprong van het werk, maar als producent van ideeën en gedachten die, om tot leven te komen, afhankelijk zijn van media in handen van onze tegenstanders. Het komt er voor de auteur als producent op aan zijn werk zo aan te bieden dat de burgerlijke media er geen raad mee weten. Benjamin verwijst naar Dada, naar de montagetechnieken van de ontwerper John Heartfield (1891 – 1968) en naar de Leerstukken die ontstonden uit de samenwerking van Bertolt Brecht (1898 – 1956) en Hanns Eisler (1898 – 1962). Benjamin stuurde de burgerlijke auteur de laan uit, toch denk ik niet dat hij enthousiast zou zijn over kunstmatig intelligente teksten uit hergebruikte content op het web.

Die ontwikkeling hoefde hij niet mee te maken. Hij maakte 26 september 1940 een einde aan zijn leven, terwijl hij op de vlucht was voor zijn landgenoten. De literatuur heeft de bruine horden niet kunnen stuiten. Niet met en niet zonder auteur.

Hoe het verder met het fascisme in Duitsland is gegaan, valt te lezen in De Gallische ziekte, De keisnijder van Fichtenwald, Plicht! en andere romans van Louis Ferron (1942 – 2005).

Dit bericht is geplaatst in bij de les, tussen tuin en wereld met de tags , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *