Maandag kwam mijn rector op lesbezoek. ‘Ik durf het haast niet te vragen’, sprak collega Verbruggen (aardrijkskunde, hij vertrekt binnenkort voor vijf weken naar Patagonië), ‘maar ervaar je daar nog bijzondere spanning bij?’ In leeftijd ontlopen we elkaar slechts enkele maanden, Verbruggen en ik, in lesjaren is hij mij overduidelijk de meerdere. ‘Ik ga het niet ontkennen’, antwoordde ik. Juist op dat moment betrad onze rector de personeelskamer. ‘Zo, mijn lesbezoek is dus inmiddels algemeen bekend.’, zei hij, tegen niemand in het bijzonder. De aardrijkskundige bracht in herinnering dat hij juist had geïnformeerd naar mijn welbevinden bij dat vooruitzicht, waarna hij mij verwachtingsvol aankeek. ‘En wat was ook weer mijn antwoord?’, reageerde ik.
Nog voor mijn leerlingen het lokaal betraden, had de rector een plaatsje ingenomen aan het achterste tafeltje bij het raam. Eigenlijk is dat in deze vijf havoklas de plaats van J., die eerst verrast en toen beteuterd was. Ik legde hem uit wat er aan de hand was, waarop hij, als eerste van zijn lesgroep, zijn boekverslag uit zijn tas haalde en het mij overhandigde met de woorden dat hij zich de kans niet liet ontgaan dat te doen onder de ogen van de directeur.
Meneer, op welk eiland was u nu?, vroeg M.
Heb je mijn stukje gelezen?, vroeg ik voor ik antwoord gaf. Hij zelf niet, maar zijn buurvrouw wel. Terwijl ik her en der naar ervaringen van de herfstvakantie informeerde, kwam N. op me af met de vraag wat ze nu precies kon verwachten van het aanstaande schoolexamen spellen, formuleren en woordenschat. Een betere vraag was er niet, want die informatie stond vanochtend op het menu.
Ik had voor de gelegenheid een dictee voorbereid van zeven zogenaamde probleemwoorden (eczeem) en drie uitdrukkingen (voor pampus liggen) en een schrijfopdracht van twee keer tweehonderd woorden over het onderwerp ‘op jezelf gaan wonen’. Informatie over dat onderwerp bood ik aan in de vorm van een vlog van Croco Jill – Hi, ik ben Jill, 21 jaar en ik ben een vlogger. Dat wil zeggen dat ik al mijn dagelijkse activiteiten film en iedere dag deel met jullie! – en van Kalvijn – Ik was zeventien toen ik bij mijn ouders wegging en het verdriet was echt groot –.
Na het bekijken van het filmpje hadden we steeds vijftien tot twintig minuten om te schrijven, waarbij we ervoor zorgden dat we de probleemwoorden en de uitdrukkingen in onze teksten verwerkten en twee keer een directe rede gebruikten. Ik liep ondertussen met een rode pen langs de tafels om resultaten, waarvan de inkt nog nat was, van commentaar te voorzien. Maar elk van ons kon zijn of haar tekst ook nakijken met behulp van een A-viertje waarop de kenmerken van aanvaardbaar taal- en woordgebruik waren gerubriceerd.
Niet al mijn leerlingen kenden Croco Jill, maar Kalvijn bleek een begrip. Ik had het kunnen weten; zijn vlogboodschap had zes duizend opgestoken duimpjes verdiend en maar 57 duimpjes omlaag. Het filmpje van de succesvlogger leidde niet tot beknopte verhandelingen over de nadelen van een eigen huishouding, zoals ik had gehoopt, maar was de opmaat voor meer meligheid op de schermpjes van smartphones, terwijl de grote pauze nog vijftien minuten ver was.
Het was mijn schoolleider niet ontgaan dat het tweede deel van de opdracht ten prooi viel aan vertier op het net. Hij had gelijk met zijn opmerking dat een strakker geformuleerde vervolgtaak en expliciete aandacht voor doel en structuur van de les had kunnen helpen. Ik meende te zien dat het gekrioel van vijf havo bij hem bitterzoete herinneringen opriep aan de tijd dat hij zelf nog les gaf in Amsterdam Zuid.
Toen ik de volgende ochtend het lokaal binnenkwam, werd ik verwelkomd door een stralende lach en bloeddoorlopen ogen. Ik pakte mijn stift en schreef op het bord Happy Halloween.