De grote boosdoener

Volgens de Vereniging Openbaar Onderwijs (voo) zijn de leerlingen van de examenklassen tijdens de tweede lockdown niet verplicht om naar school te komen. Het was de vereniging opgevallen dat volgens de minister en de vo-raad alle eindexamenkandidaten wèl fysiek les moeten krijgen. ‘Noch het ministerie, noch de vo-raad gaan over de manier waarop scholen lesgeven. Daar gaat het bestuur over, in de meeste gevallen in afstemming met de medezeggenschapsraad.’, stelt de voo op haar site. Ik had op mijn rooster gekeken en geconstateerd dat ik vier lokalen ter beschikking had gekregen om de twee keer dertig leerlingen van mijn havo-examengroepen te ontvangen. Ik toog met goede moed en iets van angstige onzekerheid op weg voor de eerste schooldag van het nieuwe jaar.

Het is niet licht en het is niet donker. IJzige regen prikt in mijn gezicht, maar in de oude sprinter die tussen Zandvoort aan Zee en Amsterdam Centraal heen en weer rijdt, is het warm en droog. Twee andere passagiers. Een jonge vrouw met een blauw gebreid mutsje op het hoofd en een man van fors postuur die in zijn eentje bezit heeft genomen van een ‘viertje’, open winterjack, capuchon, versleten trui, de ogen dicht, boven het verplichte maskertje is van hem eigenlijk alleen een eveneens fors uitgevallen neus zichtbaar. Op het tussenbalkon bij de deuren staat een kapotte zwarte rolkoffer, daarop een blauwe Ikea-tas waaruit een mottige slaapzak puilt, daarbovenop een speelgoedbeer. Ook met gesloten ogen.

Het duurde tot voorbij Zaandam voordat mijn bril was geacclimatiseerd. Vanachter de beslagen glazen ontwaarde ik een kop op de opiniepagina van De Volkskrant die luidde:  De smartphone moet de school uit. Ik wilde al verder swipen, toen ik zag dat de bijdrage was geschreven door Alexander Rinnooy Kan en Ingrid Schouten. Eerstgenoemde heeft zich in het recente verleden verstandig uitgelaten over het Nederlandse onderwijs.

De aanleiding voor het stuk was de belabberde leesvaardigheid van de Nederlandse jeugd. Arjan Lubach betoogde in september al dat een eenzijdige focus op begrijpend lezen daar de oorzaak van is. Rinnooy Kan en Schouten noemen ook het lerarentekort, maar voegen daar aan toe dat in omliggende landen er ook een lerarentekort is en dat daar de leesvaardigheid van jongeren er niet zo onder lijdt. Dan komt, met de nodige voorzichtigheid, de aap uit de mouw. Steeds meer landen komen echter tot de conclusie dat de smartphone, die zich in (toevalligerwijs?) precies dezelfde periode ontwikkelde tot een niet uit ons leven weg te denken hulpmiddel, wel eens de grote boosdoener zou kunnen zijn. Frankrijk was het eerste land dat smartphones in de klas verbood. Dertien andere landen hebben het Franse voorbeeld inmiddels gevolgd.

Ach, was het maar zo makkelijk. Op last van de overheid zijn voorlopig alle boekwinkels en alle bibliotheken gesloten. De enige manier om toegang te krijgen tot het geschreven en gedrukte woord, is via het internet, is met een smartphone. En dezelfde smartphone is nu een van de laatste middelen waarmee wij onze leerlingen in lockdown kunnen bereiken.

Met de pakweg tweehonderdvijftig eindexamenkandidaten doen we op school ondertussen alles wat Rutte verboden heeft. In de pauze is men elkaar ouderwets nabij, een boterham in de hand en het masker op half elf. Het kostte me even om te ontdekken wie in welk lokaal was gaan zitten, maar na een minuut of tien hadden de meesten de voorbereidingen op het aanstaande schoolexamen gedocumenteerd schrijven ter hand genomen. Achter het spatscherm doe ik mijn masker af, laat mijn blik dwalen door het lokaal. Ik denk aan die speelgoedbeer

Dit bericht is geplaatst in bij de les. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *