Mijn zus en haar man waren afgelopen zomer vijftig jaar geworden en dat werd dit weekeinde gevierd. We moesten daarvoor door de regen naar het Noorden van het land. De routeplanner dirigeerde ons langs Nagele en Zwolle, richting Drachten en Leek en constateerde kort na het passeren van Tienaerlo dat de bestemming bereikt was. Landelijk gebied. Bossen, bloeiende heide, de belofte van een hunebed, ergens brieste een paard. Mijn zwager kwam met uitgestoken hand op me af en zei: ‘we gaan een moorddiner doen’.
In de zaal was voor ongeveer tachtig mensen gedekt. De tafelschikking was te lezen op rode ballonnen die aan de rugleuning van de stoelen waren vastgebonden. Ik deelde de tafel met mijn jarige zwager, een neef en een nichtje, een schoonzus die warempel dit jaar ook vijftig is geworden, een zus en twee oude kennissen van het verjarende paar.
Terwijl ik van mijn soep lepelde (bospaddenstoelen; ik onderscheidde cantharellen en shiitake, een vleug van een stekelzwam misschien, het groen van bladpeterselie) kwam ik van mijn buurvrouw te weten dat ze psychiater in ruste is en zij van mij dat ik les geef aan leerlingen van vier en vijf havo. Ze trok een vies gezicht, maar dat kwam niet door haar voorgerecht; een compositie van plakjes kipfilet, blaadjes rucola en hier en daar een kloddertje cranberrycompote. Ze had een hekel aan mensen in die leeftijd.
Ondertussen was de inspecteur naar voren getreden die ons tot stilte maande om ons op de hoogte te brengen van een recent gepleegd ernstig delict: kasteelheer Lord John van Moddermoor (niet goed verstaan) was om het leven gebracht door een van nabij gelost pistoolschot, De kogel was teruggevonden in de grote staande klok die toen de politie plaats delict betrad, stilstond om acht uur. Onmiddellijk waren getuigen en verdachten gehoord: de huishoudster en de secretaresse van het slachtoffer, zijn vrouw Lady Ann en de naaste buren de Earl of Morton en diens eega het fotomodel Samantha. We konden aan het werk.
Ik moest een beetje schrikken van een zo onverbloemd uitgesproken oordeel over de jongens en meisjes in mijn klassen, dus ik zei maar dat ik wel begreep wat ze bedoelde, maar dat de meeste van hen een klein hartje hebben en een sociaal pantser dat nog moet groeien. En dat het natuurlijk ook wat anders is als je dagelijks met elkaar te maken hebt en van elkaar afhankelijk bent.
De tafel lag inmiddels bezaaid met getuigenverklaringen en politierapporten. Mijn zwager en neef kwamen juist terug van de persconferentie van Gwendolyne, de secretaresse en bij ons aan tafel was fotomodel Samantha aangeschoven die tot mijn jongste nichtje (groep zeven) zei: ‘Jij bent ook een mooi meisje, jij kunt ook wel fotomodel worden’, waarop ik wilde zeggen dat is geen echte mevrouw hoor, dat is een toneelspeelster, maar ik kon me inhouden. Toen de bediening doorkwam met het hoofdgerecht (scholfilet met frites, aardappelen, salade en gevarieerde groente) kostte het nog enige moeite daar plaats voor te maken.
Naarmate de hoeveelheid dossiers, verhoren en verslagen toenam, werd de puzzel onoverzichtelijker en groter tegelijk. Ik zag hoe mijn buurvrouw met een resoluut gebaar alle documenten naar zich toe veegde en sprak: Laat mij maar even. Toen ik haar daarop aankeek zei ze: Je kijkt me aan alsof je zeggen wil dat ik dat niet kan.
Dat zal met mijn beroep te maken hebben, mompelde ik, en opeens werd me duidelijk waarom het nooit wat zal worden met mijn lessen.