Ik had al drieënhalf uur geslapen toen ik wakker werd en de radio inschakelde. De nieuwslezer meldde dat Joost Zwagerman door eigen hand om het leven was gekomen. De schrijver van Gimmick, Vals Licht en De buitenvrouw was die avond niet komen opdagen bij een uitzending het kunstprogramma Opium op radio 4 waar hij zou praten over zijn die dag uitgekomen boek ‘De stilte van het licht’. Kort daarna werd duidelijk hoe dat kwam.
Wij van Nederlands waren die dag door de rector uitgenodigd in het clubgebouw van de watersportvereniging aan het Weerwater. De lessen waren een dag opgeschort, we zouden de tijd nemen voor een pas op de plaats en een blik op de toekomst. Omdat collega Loots jarig was, aten we taart bij de koffie, terwijl de schoolleider van wal stak over verschillende ontwikkelingstrajecten die in het schoolplan de revue passeerden en de ene na de andere schematische voorstelling op het scherm werd geprojecteerd. Buiten kabbelde het water tegen de boten en deed de najaarszon hartstochtelijk zijn best een gaatje te vinden in het grijze wolkendek waaruit het die ochtend nog licht had geregend.
Na de lunch kwamen we te spreken over de verschillende domeinen van het moedertaalonderwijs; lezen, schrijven, spreken en luisteren. De gemoederen over nut en noodzaak van grammaticaonderwijs en toetsing daarvan bereikten enige hoogte, waarna we besloten ons plenair te richten op het onderwijs in het lezen van verhalen, romans en gedichten.
Na het nieuws van middernacht begon Nooit meer slapen, het interviewprogramma van Pieter van der Wielen. De programmamaker sprak met Zwagermans uitgever Peter Nijssen en met de eindredacteur van Nooit meer slapen Anton de Goede. Er waren fragmenten van interviews met de overleden schrijver te horen waarin hij het vermoeden uitte dat de zelfmoordpoging die zijn vader overleefd had, hem via de genen ook kon aandoen. Hij vertelde van zijn depressieve periode nu vier jaar geleden. Terwijl ik luisterde bedacht ik dat hij in die tijd in conflict was met collega-schrijver Anil Ramdas die 16 februari 2012 een eind aan zijn leven maakte. Nijssen memoriseerde dat Zwagerman was aangeslagen door de zelfgekozen dood, nog maar pas geleden, van zijn vriend de dichter Rogi Wieg. Zelfmoord is onder jongens doodsoorzaak nummer twee, hoorde ik de schrijver zeggen, dus we hebben het wel ergens over. Zwagerman was een jongen van eenenvijftig, net zo oud als collega Loots, wáár hebben we het dan over.
Voor mij is literatuur de keten van verhalen die mij beelden op het netvlies projecteert en mij de woorden in de mond legt. Het is de mal voor mijn indrukken en de hoge hoed van mijn emoties. Natuurlijk wil ik daar mijn leerlingen kennis mee laten maken, maar ik weet niet goed hoe dat moet. Anton de Goede vertelde dat Zwagerman een aantal gedichten naar Nooit meer slapen had gestuurd, die hij later deze maand zou inspreken voor het programma. In een ervan komt de oerknal ter sprake die in verband wordt gebracht met de zelfmoord van God.
Ik lig in mijn bed en ervaar het begin van de fascinatie voor een zelfgemaakt universum dat in ruimte en tijd welhaast onbegrensd is en slaap in met de gedachte dat de dood daarvoor wel het kleinste offer is.