In het vernietigingskamp Sobibor zijn in de jaren 1942 en 1943 meer dan 170.000 mensen vermoord, in hoofdzaak Joden, maar ook Roma en niet-Joodse Polen. Uit Nederland kwamen 34.313 Joden naar het kamp, in negentien transporten uit Westerbork tussen 3 maart en 20 juli 1943. In een van de laatste treinen naar Sobibor uit Nederland waren de uitgever Emanuel Querido, 71 jaar, en zijn echtgenote Jane Querido-Kozijn, 75 jaar. Beiden zijn waarschijnlijk dezelfde dag dat ze in het kamp aankwamen vergast.
Querido had zijn boekenbedrijf in 1915 gesticht. Hij was de trotse uitgever van namen als A. den Doolaard, Jan Greshof, Top Naeff, Carel Scharten en Margot Antink, en van de voorman van de SDAP Pieter Jelles Troelstra die zijn Gedenkschriften bij Querido liet verschijnen. Toen in de jaren dertig in Duitsland de grond te heet onder de voeten werd voor linkse auteurs en schrijvers van Joodse afkomst, initieerde Querido samen met Fritz Landshoff (1901 – 1988) een Duitstalig fonds met auteurs als Alfred Döblin, Heinrich Mann, Joseph Roth, Anna Seghers en Ernst Toller. Willem van Toorn (1935) die al zijn leven lang bij Querido publiceert, schreef een biografie: Emanuel Querido 1871- 1943 Een leven met boeken die in 2015 verscheen.
Van Toorn plaatst de opkomst van Querido nadrukkelijk in de context van de linkse stroming die sinds het einde van de negentiende eeuw over Nederland trok en waarbij de namen horen van Multatuli, Domela Nieuwenhuis, Herman Gorter, Henriëtte Roland Holst en Troelstra.
Mij trof de passage in de biografie waar Van Toorn komt te spreken over de bundel kindergedichten van Margot Vos (1891 – 1985), De nieuwe lent’, die in 1923 verscheen. Hij schrijft: Margot Vos, een uitgesproken socialistische dichteres en onderwijzeres – weer een voorbeeld van de rol die het onderwijs in die periode speelde in de ontwikkeling van het socialisme en het kunstbesef van de bevolking. Vooral het gedicht Meie-regen werd bekend: Meie-regen / Blije regen / Hippel-trippel-trippelt heen / Over heggen / En door slootjes / Als een leger / Vogelpootjes, / Dansend naar de verte heen / Hippel-trippel-tippel-teen. Volgens Van Toorn geeft het gedicht uiting van de hang naar buiten, naar het ontvluchten van de stad, die hoorde bij de lokroep van het socialisme.
Het is waar dat nogal wat auteurs uit de stal van Querido voor de klas stonden. Behalve Margot Vos bij voorbeeld Carry van Bruggen en haar broer Jacob Israël de Haan, A.M. (Merijntje Gijzen) de Jong, Emmy van Lokhorst en Augusta de Wit. Zou Van Toorn willen suggereren dat het welbevinden van de sociaaldemocratie samenhangt met het aandeel docenten onder de literaire auteurs? Ik denk het niet, want ook onder de naoorlogse en hedendaagse schrijvers zijn onderwijsgevenden goed vertegenwoordigd, terwijl het met het socialisme beduidend minder gaat. Ik noem Tessa de Loo, Jan Siebelink, Harry ter Balkt, mijn oud-collega Henry Sepers en natuurlijk Willem van Toorn zelf die voor zijn jeugdboek Rooie heeft geput uit zijn ervaringen voor de klas.
In 2009 publiceerde Van Toorn de roman Stoom. In de laatste jaren van de negentiende eeuw fantaseren de jeugdvrienden Henk en Maarten over hun toekomst: ‘Andere dingen zijn onbelangrijk’, zegt Henk .’Al die schrijvers zijn geleerd, weet je dat wel? Troelstra is advocaat. Van Emmenes, dat is ook zo’n revolutionair, die is schoolmeester. Domela is geloof ik dominee. (…) Misschien moet ik maar schoolmeester worden.’
Nog een voorbeeld van de rol die het onderwijs in die periode speelde in de ontwikkeling van het socialisme en het kunstbesef van de bevolking.