Het lied telt vier strofen van zes regels en is opgebouwd zoals meer teksten van Bob Dylan (1941). In elke strofe staat een gemoedstoestand van de ik-persoon centraal die van een metafoor wordt voorzien, terwijl de zesde regel steeds dezelfde is, en daarmee de status krijgt van een samenvatting of gevolgtrekking. Hier luidt die regel: ‘Lord, it’s not dark yet but it’s gettin’ there.’ Het lied wordt beschouwd als het hoogtepunt van het toch al hogelijk gewaardeerde album ‘Time out of mind’ dat in 1997 uitkwam en waarmee Dylan aan de vergetelheid ontsnapte waarin hij sinds de albums ‘Desire’ en ‘Blood on the tracks’ volgens sommigen was geraakt.
Het gaat over liefdesperikelen als hij zingt Just being in the same country as her is making me blue, over toekomstdromen die in rook zijn opgegaan in de regel I’m in the land of the lost where dreams come to die en als er al een uitweg is, dan alleen met hulp van boven And I’m praying the master will guide me back. De critici in de vakbladen spreken van een dreamlike ambience van a civil war ballad (waarom?) en horen the weary and weathered voice of a man facing the twilight of his life. Terry Hayes (1951), journalist, scenarist en schrijver van spionageromans, mocht als weekendgids van dienst afgelopen zaterdag in Volkskrant Magazine zijn culturele voorkeuren delen met de lezers. Hij noemde Bob Dylan als zijn favoriete dichter. Alles wat ik weet heb ik van Bob. Hayes prijst het vermogen van de Nobelprijswinnaar zichzelf steeds opnieuw uit te vinden en voortdurend onderweg te zijn. Het is op deze intellectuele reis dat hij met passages komt die een stempel op ons leven drukken. Zoals: A Hard Rain’s gonna fall, over de atoombom. It’s not dark yet. But it’s getting there, over sterven.
Daar bleef mijn aandacht aan haken. Had ik uit de mond van mijn moeder, kort voor haar overlijden, geen woorden van gelijke strekking vernomen? Even wachten tot het nog wat donkerder wordt. Hayes staat niet alleen in zijn opvatting over de bedoeling van Dylans lied. De Engelstalige Wikipedia meldt ook dat de song is geïnterpreteerd als Bob Dylan/narrator confronting his mortality. Kom aan, denk ik, Dylan was nog geen zestig, de never ending tour nog geen tien jaar onderweg.
Ik ben er zo goed als zeker van dat mijn moeder Not dark yet niet kende, zoals ik er ook van overtuigd ben dat de woorden die voor haar dood haar mond verlieten hun oorsprong niet vonden in haar brein of wil. Datzelfde zou, mutatis mutandis ook kunnen gelden voor de woorden van Not dark yet. Wat dan overblijft is de overeenkomst dat een naderend overlijden wordt voorgesteld als invallende duisternis.
Hetzelfde beeld verschijnt in het gedicht dat H.C. ten Berge (1938) schreef bij gelegenheid van de zeventigste verjaardag van Jan G. Elburg (1919 – 1992). Elburg had een hartoperatie achter de rug, hij was net in staat zich de feestelijkheden te laten welgevallen, hij zou drie jaar later overlijden. Ten Berge schrijft: Zonder vleugels en vizioenen, ontheemder / dus naakter op weg naar het donker dat maant, regels waarin alleen een kleine maan voor een straaltje licht zorgt.
Zou het een generatiedingetje zijn, die vereenzelviging van dood en duisternis? Mijn moeder was nog geen zeven jaar ouder dan Dylan en ook Ten Berge moet zich de verduisterde ramen tijdens de oorlog herinneren die een voorbode konden zijn van dood en vernietiging.
Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes vertaalden de stokregel uit Not dark yet als: ’t is nog niet donker, maar ’t scheelt niet veel.