Een negentienjarige vrouw is maandagavond 23 mei veertig minuten lang aangerand in de intercitytrein van Amsterdam naar Alkmaar. In het rijtuig was niemand behalve zijzelf en haar belager. Onderweg stapte niemand in. De conducteur liet zich niet zien. De Volkskrant van afgelopen zaterdag probeert er in vijf vragen en antwoorden achter te komen of de Nederlandse Spoorwegen wel genoeg doen om seksueel geweld tegen vrouwen te voorkomen. Bij het artikel is een foto geplaatst van Joris van Gennip waarop een nachtelijke opname is te zien van station Lelylaan. ‘Amsterdam Lelylaan wordt wel gezien als het onveiligste station van de stad’, luidt het onderschrift.
Mannen moeten hun handen thuishouden. De NOS meldde na een week dat de verdachte een veertigjarige inwoner van Den Helder is, met een witte huid, kalend, nu ja, korte blonde haren. Hij mag zijn veroordeling in vrijheid afwachten. Mariette Hamer, de onlangs aangetreden regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag, roept omstanders op hun mond open te doen. Ik hoop daartoe de moed te hebben, als de gelegenheid zich voordoet.
Maar dan die foto. Er vertrekken vanaf station Lelylaan geen treinen naar Alkmaar, het is geen intercitystation, het station speelt geen rol in het artikel in De Volkskrant. Wat doet dat beeld hier?
De foto is al een paar jaar oud. Hij verscheen in 2020 in het Parool bij een artikel over de aanstaande verbouwing van het station met als bedoeling de mobiliteit in de buurt en de stad te verbeteren en het gevoel van onveiligheid van de reizigers weg te nemen. Uit de jaarlijkse monitor sociale veiligheid openbaar vervoer was gebleken dat station Lelylaan het predicaat ‘onveilig’ deelde met de stations Amsterdam Bijlmer en het Centraal Station.
In 2002 bestonden de westelijke tuinsteden vijftig jaar. Het jubileum werd gevierd met een folk-opera in de Meervaart; achttien nieuwe liedjes over Nieuw West, gemaakt door Jan-Paul van Spaendonck (1956) en Jan van der Meij (1955). Het valt op dat de spoordijk en Station Lelylaan een vooraanstaande plaats innemen in de opera. Het station, omdat het de poort is naar de verte, de spoordijk, omdat hij er altijd al was. Je distels doen me niet meer zeer / jij bent mijn jammer-vreugde dijk / oase tussen steen en slijk / op jou kan ik mijn dromen dromen dichtte Geertje de Graaff en Jan van der Meij herinnert zich Op de dijk hadden we gym, / deden we dijkloop langs de ring, / renden we door het mulle zand .
Van der Meij tekende ook voor de compositie waarin station Lelylaan locus amoenus is van een even kortstondige als hopeloze ontmoeting: Je was het mooiste van het mooiste / van wat ik ooit zag, een vrouw bovendien. / Je trein kwam en je lachte nog / en ik heb je nooit meer gezien. Daarna verhaalt de zanger hoe hij nog twee weken lang tussen hoop en vrees rondhangt op het perron. Ik ken daar inmiddels iedere steen en / ieder gezicht. Een verwarde man die door omstanders met afschuw wordt bejegend en, ik geef het toe, niet bijdraagt aan het gevoel van veiligheid.
Overkwam Piet Paaltjens (1835 – 1894) ruim anderhalve eeuw geleden niet iets dergelijks op het spoor? Slechts éénmaal heb ik u gezien. Gij waart / Gezeten in een sneltrein, die de trein / Waar ik mee reed, passeerde in volle vaart. / De kennismaking kon niet korter zijn. Piet Paaltjens wist tenminste nog dat zijn aanbedene Rika heette. Maar die genade is de zanger van Station Lelylaan niet gegund.
Enfin, luister zelf: https://www.youtube.com/watch?v=VDB-wqxzYZU
Heb het aan Jan laten lezen. Hij was verheugd en vond, net als ik, dat het nummer nog steeds staat als een huis.