Mijn neefje was tien jaar en zong met overgave Lazy song van Bruno Mars. Zijn gitaarleraar maakte er een opname van en zette die op You Tube. De ouders waren geroerd na het zien van het digitale mini-optreden. ‘Dit moet je zien’, zei zijn moeder tegen mij. En ze had gelijk. Aan het einde van de les aan mijn vier havo klas, projecteerde ik het filmpje op het scherm. Achter in de klas schommelden twee meiden op twee poten van hun stoelen mee op de maat van het liedje. Toen het was afgelopen verzuchtten ze: ‘wat een poepie’.
We hebben haast, mijn eindexamenklassen en ik. Ik zie hen voor het eerst dit schooljaar, zij hebben sinds de herfstvakantie hoegenaamd geen les Nederlands meer gehad. En over een week of vijf zijn de mondelinge schoolexamens letterkunde al over de acht boeken die ze gelezen hebben. Maar de meesten hebben nog helemaal geen acht boeken gelezen. Is dit een goed boek?, hoor ik vragen als ik langsloop. Haar vinger wijst naar een titel. Jij bent van mij, het boek van Peter Middendorp over de gewelddadige dood van Marianne Vaatstra in 1999. Heftig hoor, reageer ik, weet ze wel dat het boek is gebaseerd op een geruchtmakende zaak in het verleden? Net als in The Voice toch?, probeert ze. Dat vind ik wat ver gaan. Een Friese boer die moordt en verkracht is wat anders dan een rapper uit Almere die zijn handen niet kan thuishouden. Bij mijn weten zijn er bij The Voice nog geen doden gevallen.
Mijn neefje kreeg aardigheid in zijn gitaar en droomde zich een toekomst als singer-songwriter. Er verschenen steeds meer covers op zijn you tubekanaal. Hij schreef zich in voor de liedjeswedstrijd van SBS 6, zijn moeder bracht hem naar de studio. Dat ze hem bij de ingang moest overdragen aan een medewerker van het programma en niet mee naar binnen mocht, vond ze moeilijk. Ze volgde haar zoon met haar ogen tot hij achter de klapdeuren verdwenen was. Maar toen ze hem na afloop weer ophaalde, genoot ze van zijn verhalen. Het was goed gegaan. Hij had de volgende ronde gehaald, hij had al zijn favoriete liedjes kunnen zingen, ze vonden het prachtig wat hij deed.
In de volgende ronde moest hij een liedje vertolken dat hij uit zichzelf nooit zou kiezen. Het beviel hem niets, en dat liet hij de programmamedewerkers weten. Die zeiden ook gebonden te zijn aan de regels van de talentenjacht. Het zou niet eerlijk zijn om uitzonderingen te maken. Dat snapte mijn neefje ook wel. Hij besloot niet langer mee te doen met het programma. Maar ook dat was niet volgens de regels. Het is niet aan de deelnemers om het besluit te nemen de show te verlaten, dat kan alleen de jury.
Als het niet mogelijk is om The Voice te verlaten, is het misschien mogelijk om er niet meer te verschijnen, moet mijn neefje hebben gedacht. Hij is er niet meer naar toe gegaan.
Als er nu toch iets gezegd moet worden over grensoverschrijdend gedrag, dan maar dit: dat ik er als oom veel plezier in had dat mijn neefje de regels van The Voice of Holland aan zijn laars lapte.