Zestien mei aanstaande wordt in de Amsterdamse Balie voor de twintigste keer de Jan Hanlo Essayprijs uitgereikt. Simone van Saarloos, Jan Postma, Kester Freriks, Carolina Trujillo, Thomas Heerma van Voss en Marja Pruis zijn de genomineerden die nog twee weken in spanning moeten wachten voor juryvoorzitter Mirjam van Hengel de winnaar bekend maakt. De Groene Amsterdammer stelde in samenwerking met de organisatie van de essayprijs een magazine samen waarin prijswinnaars en genomineerden van de voorbije jaren hun licht laten schijnen over het essay.
Een goede inleiding trekt de aandacht van de lezer en geeft aan waarover de tekst gaat, leert Nieuw Nederlands de methode voor moedertaalonderwijs in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Het onderwerp van de tekst wordt in het middenstuk uitgewerkt in deelonderwerpen, gaat de instructie verder. Dan volgt de opdracht om het deelonderwerp uit te werken in twee alinea’s en die met behulp van een signaalwoord met elkaar te verbinden.
Isabelle Orthel en Tim Spade hebben zich ten doel gesteld het ultieme boek te schrijven over olie. Ik wil geen boekje, Tim. Ik wil een boek waarin de olie je op je bek timmert, geopolitiek, technisch, maar vooral psychologisch. Een boek over de speen waaraan de mensheid hangt als een slachtvarken. Als je het mij vraagt willen wij een slurpende vertelling over brandstof in de éénentwintigste eeuw. Ik ben inmiddels flink gevorderd in Otmars zonen, de langverwachte opvolger van Bonita Avenue van Peter Buwalda (1971). De twee co-auteurs hebben in Spades appartement in Londen afgesproken om elkaars concepthoofdstukken te lezen. Naarmate Orthel vordert in de hoofdstukken die Spade geschreven heeft, dooft haar enthousiasme. De oordelen over de tekst die ze onder handen heeft groeien langzaam uit tot precies het tegenovergestelde van de poëtica die haar voor ogen staat voor hun slurpende vertelling. Een brakke sliert anekdotes, vlak van taal, aanwijsbare momenten waarop hij zich drukte zodra het een beetje ingewikkeld werd. Ze onderstreepte de keren dat hij olie ‘het zwarte goud’ noemde. Als ze de hoofdstukken uit heeft deelt ze Spade mee dat er in zijn tekst nog veel moest gebeuren, stilistisch.
Ik denk dat iedereen er zelf achter moet komen wat schrijven is. Je kunt iemand regels en tips geven, maar zolang je zelf niet al schrijvende de noodzaak voelt om iets onder woorden te brengen, een alternatief te zoeken, een oplossing voor een probleem te vinden, zullen de regels abstract blijven en in feite niet toepasbaar. Zo opent Marja Pruis (1959) haar bijdrage aan het magazine.
Orthel heeft voor het boek de leider van het Shell-imperium in Nigeria aan de tand gevoeld, maar wat ze daarover heeft opgeschreven kan Spade niet overtuigen. Waarover ik nadenk zijn de methodes die jij erop na houdt., gaat hij in de tegenaanval. Orthel heeft zich voorgedaan als modejournaliste om op die manier het vertrouwen te winnen van de oliemagnaat. Spade staat een benadering voor met open vizier. Misschien stoort het feit dat Orthel hem daarover niet van te voren heeft ingelicht hem nog het meest. Undercoverjournalistiek is een vorm van bedrog – altijd.
Zet de dingen maar naast elkaar zonder telkens expliciet een bruggetje te maken. Laat de lezer het genoegen de onverwachte verbinding te leggen die jij onder je tekst hebt aangebracht door zaken samen te brengen., tipt Marja Pruis.
Tot ook het laatste signaalwoord is gedoofd.