Geen pretje

Dalton terror is een van de attracties van pretpark Walibi in België. De bezoekers gorden zich vast op een stoel die in een rij van vier is bevestigd aan een zuil van 77 meter hoog. Vervolgens wordt men opgetild tot boven aan de toren om daar een moment uit te kijken over de weidse omgeving. Dan storten de stoelenrijen in vrije val omlaag met een snelheid van 110 kilometer per uur en maken, nog juist op tijd, een zachte landing. De wachtrij is tientallen meters lang, de belevenis duurt nauwelijks meer dan een minuut.

In een van de laatste weken van het vorige schooljaar heeft een aantal klassen van onze daltonschool Walibi Holland in Biddinghuizen bezocht. Om een en ander van een schools sausje te voorzien, hadden de leerlingen onderzoeksvragen voorbereid die te maken hadden met natuurkundige aspecten van de verschillende attracties (valwetten, g-krachten) of met de economische kanten van deze vorm van vermaaksindustrie. Terwijl de collega’s vanaf het terras een oogje in het zeil hielden, verdwenen hun pupillen in toestellen met namen als Robin Hood, Xpress, Splash Battle, Crazy River of El Rio Grande.

De Vlaamse auteur en filosofe Patricia de Martelaere (1957 – 2009) publiceerde in 2000 een essay waarin zij de Dalton terror bevroeg. Haar vragen zijn andere dan die van onze leerlingen in Biddinghuizen. Zij nam waar dat individuen van dezelfde soort dezelfde belevenis op heel verschillende wijze ervaren. De ene lacht van het begin tot het eind en zwaait uitbundig met de armen, de ander verkrampt, krijgt braakneigingen en vreest het leven erbij te laten. Een kwestie van voorkeuren, zou je zeggen, maar dan doemt de vraag op of het mogelijk is die voorkeuren te veranderen.

Wie van evenementen als de Dalton terror wil leren genieten, doet er goed aan geen verzet te bieden. Want wat zijn vreugde en vermaak anders dan het zich verzetloos laten meeslepen door een beweging, aldus De Martelaere. Denken en redeneren helpen niet, dat eindigt steevast met de constatering maar toch … Wie meent zichzelf en zijn angst te moeten overwinnen, bedriegt zichzelf, er wordt niets overwonnen, alleen iets onderdrukt. Het komt er niet op aan iets te doen, maar iets niet te doen.

Ex-rokers kunnen erover mee praten hoe moeilijk het is iets niet te doen. Al de moeite die ze zich getroosten resulteert slechts in de beheersing van de gevolgen van hun verslaving, de oorzaak wegnemen is een andere zaak. Hoe kun je vergeten dat je wilde roken? Vergeten is iets dat vanzelf gaat. De Martelaere vergelijkt het met de werking van de katapult: na een volgehouden inspanning in een bepaalde richting wordt alles losgelaten, zodat de beweging vanzelf volgt. Niet de krachtuitoefening maar de ontspanning brengt het ware effect teweeg.

Michette is patiënt van psychiater Kadoke, de hoofdpersoon van Moedervlekken, de nieuwe roman van Arnon Grunberg. Hij heeft haar bij wijze van therapie aangesteld als de verzorgster van zijn oude moeder. Diep in zijn hart weet hij wel dat dit niet door de beugel kan. ‘Je gaat me niet genezen.’ werpt Michette hem voor de voeten, ‘Ik denk eerder dat ik jou de afgrond in sleur.’ De verteller voegt eraan toe: Ze zegt het op een toon alsof de afgrond iets hoopvols is. Een pretpark. Een afgrond voor twee.

Adembenemend!, bloedstollend! en ijzingwekkend! luiden de aanbevelingen voor de vermaakstoestellen van de attractieparken. Het wekt de suggestie dat pretparken geen pretje zijn, althans niet voor iedereen.

Gisteren zag ik de paniek in de ogen van leerlingen die het lokaal betraden waar de tafels en stoelen in toetsopstelling staan voor de laatste herkansingsmogelijkheden van het schooljaar. Het is goed om te weten dat zij en ik daar niets aan kunnen doen.

Dit bericht is geplaatst in bij de les met de tags , . Bookmark de permalink.

2 reacties op Geen pretje

  1. Marianne Buitenhuis schreef:

    Dag Nico, ik had je graag als collega gehad op het Bertrand Russell College!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *