Andere koek

Halverwege de jaren zeventig maakte ik kennis met de transformationeel generatieve grammatica (tgg). Wij waren eerstejaars studenten Nederlandse taal- en letterkunde en zaten in een vertrek in een eeuwenoud pand aan de Amsterdamse Keizersgracht. De wetenschappelijk medewerker van dienst hield ons voor dat het ging om een ambitieus project waaraan de naam van Noam Chomsky (1928) was verbonden. Hij stelde de vraag hoe het mogelijk is dat wij in zo korte tijd onze moedertaal kunnen leren en vermoedde dat een deel van het antwoord was dat taalvermogen ons in de genen zit en aangeboren is. Een ander deel van het antwoord was dat het taalsysteem zou bestaan uit een beperkt aantal regels waarmee een oneindige hoeveelheid uitingen kunnen worden geproduceerd. De ambitie was om die regels te achterhalen in de hoop dat die regels dezelfde waren als die in ons dna waren verankerd.

De nieuwe grammatica was van de Verenigde Staten naar Nederland gekomen op de golven van de sociale protestbewegingen van de jaren zestig. De nieuwe taalkunde hield zich bezig met natuurlijke taal en baseerde zich op empirische feiten; dat was een bedreiging voor de traditionele grammatica die vooral bestond uit een verzameling voorschriften die indirect aan het Latijn waren ontleend. Dat de tgg bestond uit beloften, verwachtingen en een braakliggend veld om op te experimenteren, was genoeg om de gevestigde linguistiek angst aan te jagen.

Chomsky was primair geïnteresseerd in de vorm van de taal. Hij maakte een onderscheid tussen de verschijningsvorm van de taaluiting en een niet waarneembare dieptestructuur. Om van het een bij het ander te komen ontwierp hij transformaties, veranderingsopdrachten die per taal konden verschillen. Zinnen werden schematisch weergegeven in boomstructuren, bij voorkeur binair, transformaties zorgden waar nodig voor veranderingen in die structuren.

Na verloop van tijd was het met de tgg even goed mogelijk structuur aan te brengen in zinnen als met de aloude taalkundige en redekundige zinsontleding. Hoe de woorden vanuit het taalsysteem aan hun betekenis kwamen bleef beide benaderingen een raadsel. De taalkunde kon bestaande zinnen en uitdrukkingen wel doorgronden en beschrijven, aanvaardbare teksten produceren, was andere koek.

Dat lukt een kleine halve eeuw later wel en het was niet de taalkunde die dit kunstje flikt, maar statistiek, effectieve algoritmes en rekenkracht die die van de computers uit de jaren zestig ver overtreft. Wat weet ChatGPT van grammatica? Zouden de spellingsregels in de programmatuur zijn verwerkt, of is de spellingscheck van Word voldoende? Het gratis AI-tekstprogramma is niet geïnteresseerd in regels voor correct taalgebruik, gedegen kennis van de meest voorkomende volgorde van woorden in een veelheid van semantische velden, is voldoende om een betekenisvolle tekst te genereren.

Omdat ChatGPT bestaand taalmateriaal herordent, is het programma minder bruikbaar om over actuele zaken te schrijven, maar de ontwikkelingen gaan snel, en het was altijd al weinigen gegeven verstandige dingen over het hier en nu te zeggen.

De grammatica verschrompelt ondertussen tot een mnemotechnisch hulpmiddel bij het leren van een taal. Daar heb je dan je halve leven aan besteed.

Gênant eigenlijk.

Dit bericht is geplaatst in bij de les met de tags . Bookmark de permalink.

2 reacties op Andere koek

  1. Marja schreef:

    Hoi Nico
    Ik lees je stukjes altijd, soms met een kleine inhaalslag. Deze in het bijzonder bracht ook mij terug naar de tgg. Ik schrijf nu een stuk voor De Groene over een computerlinguiste en haar weerzin tegen chatGPT, ik denk nu door jouw terugblik een connectie te kunnen maken met Chomsky. Ik maak dankbaar gebruik van de manier waarop je diens strevingen samenvat, ik hoop dat je dat niet erg vindt. Opeens denk ik het nl te snappen door jouw weergave waar hij op uit was.
    Veel groeten
    Marja

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *