De naam van Jan van Berkel viel en ik associeerde er gelijk die van zijn vrouw Arda van Scheppingen bij. We waren aan het eten, mijn oude moeder en ik, tuinboontjes, gebakken aardappels, spekjes, een bal gehakt, alles in de wokpan met een klodder mosterd. ‘Woonden die niet in de Iepenlaan?’ Ik wist het niet. Het waren kennissen van mijn ouders. Het moet zestig jaar geleden zijn dat ik hun namen voor het laatst hoorde. Ome Jan en tante Arda. ‘Weet je het echt niet meer?’, vraagt mijn moeder verbaasd. ‘Het was je beste vriend, je kaartte met hem.’
Het heeft natuurlijk te maken met het katholieke dogma van de drie-eenheid. In de bijbel komt die term niet voor, maar wordt er wel op gehint. Bijvoorbeeld in het evangelie van Johannes, hoofdstuk 14 vers 6 voor de liefhebber, waar staat: Jezus zeide tot hem: ik ben de Weg en de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader, dan door Mij. Dat God en Vader en Zoon en Heilige Geest is, leidde in de vroegste eeuwen van het Christendom al tot dispuut. Paus Leo maakte er halverwege de vijfde eeuw korte metten mee, maar de verwarring wie nu de vader is en wie de zoon, is gebleven, net als de vraag waar die Heilige Geest ineens vandaan komt.
Mijn moeder weet heus dat ze weduwe is, al heeft ze de sterfdatum van haar man niet paraat. Of hij is overleden voor of na mijn broer, kan ze ook niet zeggen. Dat hij op het kerkhof ligt, leidt weer geen twijfel, maar dat neemt niet weg dat vaststaat dat zij en ik met elkaar zijn getrouwd. Of weet je dat ook niet meer? Ik leg mijn beide handen plat op tafel om te laten zien dat ik geen trouwring om heb. Die van haar zit om haar ringvinger. Het overtuigt haar niet.
Dat haar man Jan heette en mijn naam Nico is, compliceert de zaak, maar ze is wel gekkere dingen tegen gekomen de laatste tijd. Ik verzuim te informeren welke dingen dat zijn, haal nog wel het kaartje tevoorschijn met het portret van mijn vader, en zijn sterfdatum. Ze leest het hardop voor, maar laat de informatie voor wat die is. Ik heb de moed niet haar te beroven van het comfort van de waan, hoezeer het mij ook in het nauw brengt. Ik vraag of ze nog zin heeft in een toetje. Ik heb vanille-ijs met advocaat.
Atte Jongstra (1956) vergroot het probleem door in het lemma Drie-eenheid, De Heilige, in zijn Nieuw Christelijk Lexicon De hele Santenkraam uit 1997 de autopsie van de Heilige Clara ter sprake te brengen. In haar galblaas vond men drie bolletjes (…) die niet alleen alledrie evenveel wogen, maar dat, als ze één tegen twee op de balans werden gelegd, twee samen evenveel wogen als één. Twee wogen daarop evenveel als drie, één woog evenveel als alledrie samen. Een fysiek bewijs van Augustinus’ stelling Tantum est una …
De evangelist schrijft op wat Jezus zei: De woorden die Ik tot u spreek, spreek ik van Mijzelf niet, maar de Vader, Die in Mij blijft, Die doet de werken. Het kan dus wel.
Ja, zegt ze. Dat wil ik.