Tafelmanieren

De keren dat ik met mijn leerlingen eet, zijn op de vingers van een hand te tellen. Daar zijn de hapjes voor het jaarlijkse kerstgala (pastasalade, gekruide gehaktballetjes, gevulde pannenkoeken en slagroomsoesjes toe), een pizza in Venetië tijdens als we op reis zijn in Italië of een incidenteel uitje met de klas naar het sushirestaurant. Hoewel, wacht eens even … tijdens de les doet men zich tegoed aan mariakaakjes, Monatoetjes (tiramisu), boterhammen met pindakaas of duo penotti, bakken druiven en kruidnoten van Albert Heijn. Maar of dat samen eten is?

In de boeken van Flaubert wordt vaak gegeten, zo begint Jean-Pierre Richard (1922) zijn opstel La création de la forme chez Flaubert uit 1954, om ze vervolgens op te noemen; de tafels vol Normandische lekkernijen uit Madame Bovary, de antieke overdaad in Salammbô, de maaltijden van Bouvard en Pécuchet, die niet om te eten maar om te lachen zijn en de dîners mondains uit De leerschool der liefde. Frankrijk heeft als het gaat om de kunst van het tafelen een naam hoog te houden. Ook elk album van Asterix en Obelix eindigt met een copieuze maaltijd.

In de Nederlandse letterkunde wordt beduidend minder lekker gegeten. De avondmaaltijd die de Van Egters gebruikten is spreekwoordelijk geworden voor de bekrompenheid van de jaren vijftig (prakken!). Maar een halve eeuw later ziet wat Maarten ’t Hart uit zijn moestuin kookt er nauwelijks smakelijker uit. Het schijnt dat Ronald Giphart een verdienstelijk kok is en Atte Jongstra heeft behalve een boek met de titel Groente, er ook één met de titel Worst gepubliceerd; Frankfurter, Plokworst, Turkse Sucuk, Weense, boerenmet, kruidnagelworst uit Friesland. Het is maar beter niet te weten wat erin is. De smaak daar gaat het om. Leve worst, lang! Aan beide einden komt een eind, maar de wereld draait het godlof zo dat er steeds weer nieuwer lengte wordt bijeengepraat.

Zou ik vertellen wat er op het menu staat in Renate Dorresteins Het hemelse gerecht, dan zou ik u het leesplezier van dat boek ontnemen. Frans Kellendonk schreef Geschilderd eten. Vind ik niet lekker en het gaat over Vondels Altaergeheimenissen. De hoofdpersoon van Het bestand van Arnon Grunberg heet Lilian. Ze is allergisch voor mensen, streeft naar een zuiver bestaan in de virtuele, digitale werkelijkheid, ze ontbijt met winegums en terwijl ze met haar vingers op het toetsenbord en haar ogen op het scherm zit, kauwt ze zakken paprikachips weg. Geen vlees, aan carnivoren heeft ze een hekel. Voor James Dillard, de protagonist van IJstijd van Maartje Wortel, geldt dat niet. Hoewel hij doorgaans leeft op een dieet van Franse kazen en dure wijnen, kiest hij in het restaurant waar hij met zijn geliefde gaat dineren, gewoon biefstuk. Marie heeft ook wat besteld. ‘Anders is het zo ongezellig’, zegt ze. Voor het beste eten in de Nederlandse letteren moet men naar Bommelstein, al is zelfs daar de maaltijd niet meer dan eenvoudig doch voedzaam.

Als ik opkijk van mijn tafel zie ik twee meiden uit zes vwo staan. Ze schrijven een profielwerkstuk over vegetarische leefstijl en willen onderzoeken welke effecten die heeft op gezondheid, milieu en huishoudbudget. Of ik twee weken wil bijhouden wat ik uitgeef aan voedingsproducten, één week met vlees en één week zonder. Ik krijg een A4’tje waarop het allemaal wordt uitgelegd. PS heeft u geen idee wat u gedurende de week als vegetariër zou moeten kopen, dan sturen wij met alle plezier verschillende lekkere en gezonde vegetarische recepten op!

Man ist was man isst, schreef Ludwig Andreas Feuerbach (1804 – 1872) al; niets van mij zal voor de dames verborgen blijven.

Dit bericht is geplaatst in eten & drinken met de tags , , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *